De stad bestaat uit lijnen van concreet materiaal en vlakken van licht of schaduw, immateriƫle beeldaspecten. Die lijnen en vlakken zijn voor mij tekeningen. Zo vind ik een bouwput met blauwe, gele en rode kabels tegen een witte piepschuimen onderlaag een nieuwe Mondriaan. Waar de stad onaf is, begint iets nieuws. Daar ontstaat voor mij de ruimte om spelenderwijs op onderzoek te gaan.